zondag 19 oktober 2025

Reisverhalen 2021: Château de Breuil

 


Toen Stijn Hiers in november van vorig jaar in een jury zat waar ook Guillaume Drouin deel van uitmaakte en die de XO van Château de Breuil bekroonden was één reisdoel snel gekozen. Voor 8 EUR kon ik een rondleiding krijgen na een telefonische afspraak. En zo stond ik er op maandag 29 augustus met de gids. Alleen wij twee. Blijkbaar komen er maar weinig om 10.00u in de ochtend maar 'L'Apéro, c'est la vie' in gedachte....
Bleek dat de jongedame na een tijdje in Nieuw-Zeeland te hebben gewoond na een verplicht verblijf op 30 m² op een appartementje in Parijs – le coviddd – teruggekeerd was naar Normandië. Groot gelijk meiske. Ze had overigens ook al een reisje naar Schotland gemaakt en Talisker bezocht. Ze hield wel van de geturfde whisky.
Het domein zelf is omgeven door 40 km² aan appelen van 5 verschillende types om de smaak van de Calvados te geven. Er zijn in het verleden maar 3 eigenaars geweest, waarvan de huidige pas sinds enkele jaren. Er is ook een kasteel – niet te bezoeken – waarlangs het domein zelfs banden heeft gekregen met Lodewijk XIV. Er is ook een meer waar je toch een uurtje zoet mee bent om er rond te lopen.
Waar bij Christian Drouin het domein kleiner (lijkt) is hebben we hier wel een industrieel verhaal. Een deel is niet te bezoeken maar wel de distilleerderij zelf waar ze op dat moment nog aan het werk waren. De calvados heeft een dubbele distillatie Eén op 100 graden die ongeveer 8 uur duurt en één op 80 graden die ruim 10u duurt en een zachter resultaat geeft. De Alambieken komen uit Charentes. Maar het is niet allemaal calvados wat uit de ketels komt... Het distilleren is er ook pas sinds 1954. Het gebouw zelf heeft al dienst gedaan als textielatelier, kaasfabriek en chocoladefabriek. Ik hoor hier al sommigen instemmend grommen. Dan toch bij de laatste twee.
Momenteel is er overigens nog extra personeel in dienst: er zijn enkele bijenkorven. En dus is (of was in mijn geval) er honing. Het merendeel van de bijenkasen is overigens in de boomgaarden
Nadien gaat het edele vocht in vaten die van Franse eik (Limoges) gemaakt zijn en die op verschillende manieren gebrand worden zodat bij de één meer tannine dan bij de andere vrij komt. Die vaten – of toch een deeltje er van – liggen in de orangerie. Het dak van de orangerie is gebouwd door timmerlieden die boten maakten en aangezien ze geen ander dak konden maken is het dus een schip.... Daar kunnen de engelen hun vrije gang gaan. Opvallend- net als vorig jaar eigenlijk – zijn de ovalen vaten die bedoeld waren om de fiscus in het ootje te nemen (ze konden nooit zeker weten hoeveel er in het vat zat) en die waren makkelijker stapelbaar in schepen.
En proeven mag ook. Pommeau is nu niet direct mijn ding maar de Calvados behoort tot het zachtere werk. De XO bewaar ik voor bij me thuis.
Maar er is onder leiding van de nieuwe directeur Frédéric Dussart nu ook whisky: 'Whisy Le Breuil' (46% alcohol). De gerst Golden Promise komt uit Schotland en behoort tot een soort die maar beperkt wordt gekweekt wegens een relatief lage opbrengst per hectare. Rijping gebeurt in vaten van Amerikaanse en Europese eik. Maar daar stopt het niet: er is een 'original' en twee finishes: één op sherry (Oloroso) en één geturfde. Het duurde wel even eer duidelijk werd dat het hier om een finish van één jaar gaat op Laphroaig. Helaas momenteel niet beschikbaar maar de basisversie is een aangename wegdrinker. Er wordt ook een finish gedaan met calvados op een vat uit de Speyside. Helaas is er een metaalachtige afdronk. Niet echt mijn ding.
Maar kortom: de kruisingen van de sterke dranken gaat dus verder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten