Of het nu Hedwin De Clercq, Jean-Pierre De Leeuw of Marc Leemans is maakt
nog weinig uit. Feit is dat ieder programma waar een vertegenwoordiger van een
vakbond opduikt voor een debat tegenwoordig eigenlijk een tweespraak is zonder
discussie. Een vertegenwoordiger van het bedrijfsleven of een professor geeft
zijn theorie en de vakbondsman geeft zijn theorie, zo simpel is het. Iedere
poging van debat botst op de mantra, veelal uit vakbondshoek. Op het lachwekkende af vaak.
Gisteren werd het
helemaal hilarisch toen ACV-kopman Leemans zich in ‘Reyers Laat’ meende te mengen in een
debat over vrijmetselarij. Of er wel genoeg arbeiders in dat gezelschap zit. Of
arbeiders na urenlang achter de band te hebben gestaan zich wel kunnen vergenoegen
in een spirituele uiteenzetting over de hogere invulling van het leven. Het waren er niet veel maar er waren er toch.
Het lachen verging me toch even. Dat was het al grotendeels toen de
man stelde dat de staking een groot succes was. Het enige wat ik van de actie
merkte waren twee spandoeken: eentje over de Groenestaakbrug en eentje aan het
ABVV-gebouw met het nummer van de vakbond voor de sociale verkiezingen. En ja,
hier en daar wat rode hesjes in het straatbeeld. Een succes?
Nee, de vakbonden hebben nog nooit zo’n kritiek gekregen
op hun verkiezingscampagne. De achterhaalde verzuiling zorgt voor een opbod
waardoor de ABVV-voorzitter bijvoorbeeld staakt tegen de partij waar hij zelf
lokale voorzitter is. De Leeuw is SP.a-voorzitter in Denderleeuw voor wie dat
nog niet wist.
De vakbonden staakten tegen een regeerakkoord waar ze
vermoedelijk nog sneller dan de modale partijkader van wist wat er in stond. Ze
zaten misschien niet mee aan tafel maar in een gebouw kunnen veel tafels staan.
En het is soms maar wat van welke tafel naar een andere tafel gaat en weer
terug.
Met andere woorden: de vakbonden zijn nerveus. Hun
achterban verwacht resultaten en actie. Wie niet in de media komt haalt geen
stemmen. En in Vlaanderen is het tegenwoordig Jean-Pierre De Leeuw, die vaag
doet denken aan kolonel Van De Sijpe uit ‘FC De Kampioenen’, die beeldvullend
het forst gebekt overkomt.
Dan is die Leemans eerder een afgebleekte boeddhistische
monnik uit Thailand. Een altijd lachende monnik. Het is een meeneem Thaî uit
Drongen (absoluut géén verband voor de rest) die me inspireerde. Absoluut niet
het archetype van de mei’68er die Jan Renders was.
Maar het werd dus echt hilarisch toen het om de
vrijmetselarij ging.
Kijk, de vrijmetselarij is een apart verhaal. Het is in
deze contreien een besloten gezelschap dat irregulier werkt. Dat wil zeggen dat
er geen ‘opperwezen’ erkend wordt. Wat in de meeste vrijmetselaarsloges in de
wereld wel het geval is. Maar van de oorsprong – feitelijk een beroepskaste die
informatie uitwisselde omdat er in die tijd geen handboeken voor handen waren –
blijft enkel nog symboliek over.
Vrijmetselaarsloges zijn speciale groepen. Vaak zeer
gezagstrouw. Zo waren er in Gent 2 loges die tot eind van de 19e
eeuw het Belgisch Grootoosten niet erkenden en bij Nederland bleven. Van liefde
voor het Nederlands sprak zoiets niet.
Door het conflict met de katholieke kerk werd het een
vrijhaven voor anticlericalen en ultramontanen en dus vaak een bron voor
vrijzinnige frontvorming. Socialisten en liberalen konden elkaar ongestoord
treffen. Dus ook de vertegenwoordigers
van de werkende klasse. Dat waren niet noodzakelijk arbeiders. Verre van.
Een aantal groepen zijn hoe dan ook ongewenst.
Nationalisten bijvoorbeeld en dan zeker het rechtsere soort. Of er geen ACV’ers
inzitten zou ik durven betwijfelen.
Maar… dat weten we niet. De ledenlijsten van de loges
zijn geheim, al zijn er logemensen die er geen geheim van maken. En dat het
logekanaal een mooi kanaal is om dingen te regelen hoeft geen verwondering.
Feitelijk is de loge een zuilstructuur. Een brug tussen de liberale en
socialistische zuil op hoog niveau.
De democratisering van de loge vragen, zoals Leeman deed,
was dan ook een ongeziene banaliteit. En gevaarlijk.
Moeten alle structuren die bestaan ingevuld worden naar
de doorsnee van de samenleving? Moet dat? Is dat niet de gelijkheid tot het
absurde willen doortrekken? En dat moet
horen van een organisatie die zelf mensen uitsluit van hun dienstverlening
omdat hun politieke overtuiging de vakbondstop niet aanstaat? Dienstverlening
waar die vakbond miljarden voor toegestopt krijgt van de overheden? En die
overigens zelf geen enkele openheid geeft en het bestuur langs heel wat kanten
kan beïnvloeden? Zijn de vakbonden op hun manier niet een vorm van loge?
Nee, in een samenleving zal je nooit individuen volledig inwisselbaar
kunnen maken. Daarvoor spelen te veel factoren een rol. En misschien is het
maar goed ook. ‘Trading Places’ is om die reden ook maar een film.
Maar Leemans en C° blijven hangen in een
emancipatieretoriek die op steeds minder slaat. In die mate dat vakbonden
steeds wereldvreemder aan het worden zijn en niet meer beseffen dat een
belangrijk deel van de publieke opinie hen niet meer volgt. Natuurlijk blijven
ze nog lid. Handig om dossiers in orde brengen en zo. Dat was de keuze van de
overheid toen. Een foute keuze, zo blijkt. En het is maar de vraag hoe lang
zoiets kan blijven duren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten