dinsdag 31 januari 2012

Gelijkheid en banaliteit


Of het nu Hedwin De Clercq,  Jean-Pierre De Leeuw of Marc Leemans is maakt nog weinig uit. Feit is dat ieder programma waar een vertegenwoordiger van een vakbond opduikt voor een debat tegenwoordig eigenlijk een tweespraak is zonder discussie. Een vertegenwoordiger van het bedrijfsleven of een professor geeft zijn theorie en de vakbondsman geeft zijn theorie, zo simpel is het. Iedere poging van debat botst op de mantra, veelal uit vakbondshoek. Op het lachwekkende af vaak.

 Gisteren werd het helemaal hilarisch toen ACV-kopman Leemans zich in ‘Reyers Laat’ meende te mengen in een debat over vrijmetselarij. Of er wel genoeg arbeiders in dat gezelschap zit. Of arbeiders na urenlang achter de band te hebben gestaan zich wel kunnen vergenoegen in een spirituele uiteenzetting over de hogere invulling van het leven. Het waren er niet veel maar er waren er toch.

Het lachen verging me toch even. Dat was het al grotendeels toen de man stelde dat de staking een groot succes was. Het enige wat ik van de actie merkte waren twee spandoeken: eentje over de Groenestaakbrug en eentje aan het ABVV-gebouw met het nummer van de vakbond voor de sociale verkiezingen. En ja, hier en daar wat rode hesjes in het straatbeeld. Een succes?

Nee, de vakbonden hebben nog nooit zo’n kritiek gekregen op hun verkiezingscampagne. De achterhaalde verzuiling zorgt voor een opbod waardoor de ABVV-voorzitter bijvoorbeeld staakt tegen de partij waar hij zelf lokale voorzitter is. De Leeuw is SP.a-voorzitter in Denderleeuw voor wie dat nog niet wist.

De vakbonden staakten tegen een regeerakkoord waar ze vermoedelijk nog sneller dan de modale partijkader van wist wat er in stond. Ze zaten misschien niet mee aan tafel maar in een gebouw kunnen veel tafels staan. En het is soms maar wat van welke tafel naar een andere tafel gaat en weer terug.

Met andere woorden: de vakbonden zijn nerveus. Hun achterban verwacht resultaten en actie. Wie niet in de media komt haalt geen stemmen. En in Vlaanderen is het tegenwoordig Jean-Pierre De Leeuw, die vaag doet denken aan kolonel Van De Sijpe uit ‘FC De Kampioenen’, die beeldvullend het forst gebekt overkomt.

Dan is die Leemans eerder een afgebleekte boeddhistische monnik uit Thailand. Een altijd lachende monnik. Het is een meeneem Thaî uit Drongen (absoluut géén verband voor de rest) die me inspireerde. Absoluut niet het archetype van de mei’68er die Jan Renders was.

Maar het werd dus echt hilarisch toen het om de vrijmetselarij ging.

Kijk, de vrijmetselarij is een apart verhaal. Het is in deze contreien een besloten gezelschap dat irregulier werkt. Dat wil zeggen dat er geen ‘opperwezen’ erkend wordt. Wat in de meeste vrijmetselaarsloges in de wereld wel het geval is. Maar van de oorsprong – feitelijk een beroepskaste die informatie uitwisselde omdat er in die tijd geen handboeken voor handen waren – blijft enkel nog symboliek over.

Vrijmetselaarsloges zijn speciale groepen. Vaak zeer gezagstrouw. Zo waren er in Gent 2 loges die tot eind van de 19e eeuw het Belgisch Grootoosten niet erkenden en bij Nederland bleven. Van liefde voor het Nederlands sprak zoiets niet.

Door het conflict met de katholieke kerk werd het een vrijhaven voor anticlericalen en ultramontanen en dus vaak een bron voor vrijzinnige frontvorming. Socialisten en liberalen konden elkaar ongestoord treffen.  Dus ook de vertegenwoordigers van de werkende klasse. Dat waren niet noodzakelijk arbeiders. Verre van.

Een aantal groepen zijn hoe dan ook ongewenst. Nationalisten bijvoorbeeld en dan zeker het rechtsere soort. Of er geen ACV’ers inzitten zou ik durven betwijfelen.

Maar… dat weten we niet. De ledenlijsten van de loges zijn geheim, al zijn er logemensen die er geen geheim van maken. En dat het logekanaal een mooi kanaal is om dingen te regelen hoeft geen verwondering. Feitelijk is de loge een zuilstructuur. Een brug tussen de liberale en socialistische zuil op hoog niveau.

De democratisering van de loge vragen, zoals Leeman deed, was dan ook een ongeziene banaliteit. En gevaarlijk.

Moeten alle structuren die bestaan ingevuld worden naar de doorsnee van de samenleving? Moet dat? Is dat niet de gelijkheid tot het absurde willen doortrekken?  En dat moet horen van een organisatie die zelf mensen uitsluit van hun dienstverlening omdat hun politieke overtuiging de vakbondstop niet aanstaat? Dienstverlening waar die vakbond miljarden voor toegestopt krijgt van de overheden? En die overigens zelf geen enkele openheid geeft en het bestuur langs heel wat kanten kan beïnvloeden? Zijn de vakbonden op hun manier niet een vorm van loge?

Nee, in een samenleving zal je nooit individuen volledig inwisselbaar kunnen maken. Daarvoor spelen te veel factoren een rol. En misschien is het maar goed ook. ‘Trading Places’ is om die reden ook maar een film.

Maar Leemans en C° blijven hangen in een emancipatieretoriek die op steeds minder slaat. In die mate dat vakbonden steeds wereldvreemder aan het worden zijn en niet meer beseffen dat een belangrijk deel van de publieke opinie hen niet meer volgt. Natuurlijk blijven ze nog lid. Handig om dossiers in orde brengen en zo. Dat was de keuze van de overheid toen. Een foute keuze, zo blijkt. En het is maar de vraag hoe lang zoiets kan blijven duren.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten