Moureaux dreigt in 1991 met een institutionele atoombom. | Die tikt nog steeds... |
Terwijl in een Ardeens slot Albert van Saxen-Coburg vertwijfeld poogt om een puzzle in elkaar te krijgen die water en vuur moet verzoenen zonder dat er stoom van komt is het morgen 20 jaar geleden dat 'zwarte zondag' een breuk maakte met wat toen gangbaar was als 'de politiek'.
Wie ooit bij me langs komt zal het misschien merken dat ik een vrij intense relatie heb met kranten. Dat enthousiasme is serieus bekoeld want de stiel van journalist is qua berichtgeving heel wat veranderd in de jaren. Dossierkennis is bijvoorbeeld geen criterium meer. Sensatie en trivialiteit zijn de nieuwe norm. Maar aan de muur hangt nog het voorblad van 'De Morgen' van 25 november 1991. Ik heb enkel het voorblad van 'De Morgen' niet van na de gemeenteraadsverkiezingen van 1988 want die was nog spectaculairder: volledig zwart. Ze deden het nog eens dunnetjes over in 2000 met een overlijdensbericht voor Antwerpen, Mechelen en Gent toen het Vlaams Blok nog eens doorbrak.
24 november 1991 zorgde voor een schok. Het anti-racisme werd staatsleer. En dat terwijl het maar over een beperkt iets ging: 15% van de stemmen in Vlaanderen ging naar niet-traditionele partijen, met name Vlaams Blok en ROSSEM. Maar de politieke rechtervleugel kreeg in Vlaanderen een duidelijk gezicht. Opeens beseften de Vlaamse partijen dat er op de rechtervleugel ook kiezers waren.
Uit die verkiezingen groeide de VLD - Partij van de Burger. De Volksunie begon aan een doodsstrijd die nog 10 jaar duurde. De CVP donderde onder de 30% en daarmee de laatste Vlaamse partij die zo'n stemmenaantal wist te halen. De socialisten verloren zwaar en de liberalen wonnen nauwelijks en bleven dus onder de verhoopte 20%.
Die 20 jaar zorgde voor een ongekende vernieuwingsdrang in de politiek. De VLD haalde ik al aan. Na het debacle van 1999 hervormde de CVP zich tot CD&V (met een confederaal programma - het is maar de vraag hoeveel CVP'ers van toen wisten wat dit juist was) en ging een kartel aan met de N-VA. Bij de eerste verkiezingen zorgde de CD&V er voor dat er aardig wat N-VA'ers een zitje kregen. Dat was 2004. In 2010 denderde die N-VA ongenadig over de oude staatspartij, die qua aanhang op iets meer dan 20 jaar halveerde van 30% naar 16%. De SP werd 'trendy' en sloot een kartel met de linksliberale, andere restant van de Volksunie, Spirit. Het socialisme ging 'leuk' worden. Dat werd het evenwel niet. De socalisten balanceren rond de 15% en daarmee de helft van wat de partij ooit haalde ten tijde van Karel Van Miert.
Enkel de groenen zijn in die periode stabiel gebleven. Na een electorale optater in 2003 en na een mislukte poging van de SP.a om de partij te destabiliseren kwamen de groenen terug op hun vaste niveau: zo'n 7% van de stemmen. Met een nieuwe generatie aan het roer kwam er alvast lokaal terug toenadering tussen de roden en de groenen. Hoewel dat niet overal 't geval is.
En als partij verdween de Volksunie. Heel wat kaders - en daar had die partij er meer dan genoeg van - verspreidden zich. Dat de VU begin de jaren '90 nog 40.000 leden had bewees dat die partij kon bogen op een serieuze inplanting. De uittocht naar de VLD, gevolgd door de onvoorspelbaarheid van Anciaux en een verkeerd gelopen voorzitterschapsverkiezing (waar Bourgeois het haalde) zorgden er voor dat in 2002 de boeken dicht gingen. Vandaag teert de N-VA in heel wat gemeenten op die oude Volksunie -turf. Zijn het niet de oude kaders dan wel de familie er van die hopen om een nieuw verhaal te kunnen schrijven. Maar die N-VA deelt steeds minder de erfenis van de progressieve VU van vroeger. Gezien de ruimte op rechts wist De Wever zijn partij te manoeuvreren tussen de CD&V, LDD en Vlaams Belang. De N-VA werd het gezicht van het conservatieve en eerder liberale Vlaanderen.
1991 (en zeker na 2000) zette een reeks onvoorspelbare verkiezingen in. In 1994 ging de Open VLD de Europese verkiezingen met straten winnen - volgens de peilingen, ik weet het - maar het werd een afknapper. In 1995 redde de SP zichzelf door een campagne te voeren waarin de partij zich als 'nodig' omschreef hoewel de Augusta-stal als een zwaard van Damocles boven het heeft hing. In 1999 maakte de Volksunie zich tot inzet van de verkiezingen en kreeg samen de groenen een bonus door de kippencrisis. De partij die de kip de bel aan bond, de VLD, won licht en kon voor het eerst besturen zonder de CVP. In 2003 wist de partij de kiezer wijs te maken dat er massa's centen waren maar vooral de socialisten wisten te winnen door het verlies van 1999 goed te maken. Het zou het begin zijn van de onbestuurbaarheid. Na de perikelen rond het vreemdelingenstemrecht en de rechtszaak tegen het Vlaams Blok boorde die partij tot aan 25% van de stemmen, enkel voorafgegaan door het kartel CD&V-N-VA en het begin van de personenstrijd tussen Leterme en Verhofstadt. In 2007 won het kartel maar begon ook het einde van dat verhaal. De strijd tussen Leterme en Verhofstadt leidde tot de defenestratie van het CD&V-stemmenkanon en het vertrek van de tweede naar Europa. Ondertussen piepte Jean-Marie Dedecker aan het venster tot die in het voorjaar van 2009 uit de bocht ging door iets te nadrukkelijk te citeren naar een ministerpost en een privé-dedective op Karel De Gucht af te sturen. In 2009 werd De Wever dan weer populair door de deelname aan 'De Slimste Mens' en vooral de pers-spin off nadien.
Eén constante is er evenwel. Structureel is er maar weinig veranderd in dit land. Ja, we zijn in een verder gevorderd federalisme terecht gekomen door de Sint-Michiels - en later Lambermontakkoorden, die vooral de federale staat uitkleedden. Maar een federale geest is er nooit geweest. De kern van de communautaire crisis van 1991 bleek de uitspraak van Philippe Moreaux - toen nog niet de islamofiele burgemeester van Molenbeek - over de 'institutionele atoombom' toen FN geen licenties kreeg om wapens uit te voeren naar Saoudi-Arabië. Dat werd snel geregeld, net als het geld voor het Franstalig onderwijs toen Verhofstadt premier wou worden. Moureaux pakte toen uit met de affiche 'on a fait du bon boulot pour les francophones - on continue?', wat zoveel betekende dat de belangen van de Franstaligen voor de landsbelangen ging. Wat vandaag gewoon een vaststelling is.
Dat blijkt bijvoorbeeld ook bij de verkiezingen waar steeds dezelfde figuren op de lijsten komen. Nog geen 15 jaar na de splitsing van de verkiezingen brengt men die terug samen. Steve Stevaert vond dat 'te moeilijk' om dat uit te leggen aan de mensen. En waarom zouden de andere partijen dat dan doen?
Het heeft overigens verstrekkende gevolgen voor de politieke elite. De snelheid waarmee die verslijten is ongekend. Op amper 10 jaar is Freya Vandenbossche geëvolueerd van een jonge, beloftevolle politica naar ondertussen al deels passé door een te snelle opgang. Inge Vervotte laat de politiek er bij. Leterme vertrek tijdelijk naar de OESO. Daarnaast is er de mediatisering van de politiek en dan in het bijzonder buiten de politiek. Politieke programma's hebben afgedaan. Zelfs 'De Zevende Dag' spendeert hooguit de helft van de tijd aan politiek. Uitzendingen door Derden zijn verdwenen. In de plaats kwam 'De Laatste Show' tot 'Debby en Nancy'. Politici als amusementswaarde. Waar deelname aan 'Wie ben ik' nog tot discussie leidde is deelname in 'De Laatste Show' zowat een statussymbool geworden. De mogelijke deelname van een politicus wordt aardig rondgetwittert of op facebook gezet.
En daar kunnen we ook niet langs. In 20 jaar is de informatie die te vinden is over politiek en politici enorm. Veelal oppervlakkig en sloganesk. Alle politici zitten wel ergens op het net, op facebook of op twitter. Er zijn natuurlijk uitzonderingen. Maar dat zijn dan ook uitzonderingen. Het is ook noodzakelijk geworden: de schaalvergroting van de kiesomschrijvingen zorgt er voor dat de sterk lokaal ingeplante politicus zich voor een enorme uitdaging geplaatst ziet om overal aanwezig te zijn. Jonge politici moeten al op een bestaand netwerk kunnen rekenen of bokst op tegen een enorme handicap.
20 jaar na zwarte zondag is er heel wat veranderd. De generatie die de politiek vorm gaf tot het eind van de jaren '90 is weg maar liet een onafgewerkt federaal kader achter. Die generatie staat nu langs de zijlijn op de nieuwe generatie politici te kappen, die heel wat minder bewegingsruimte hebben gekregen. Want zowel financieel als institutioneel werd op de grenzen van het model gestoten.
Tussen Vlaanderen en Wallonië is de kloof enkel gegroeid. Ook politiek. De christendemocratische familie bestaat enkel nog in naam. De socialistische familie is geen eenheid meer, ook al omdat in Vlaanderen de progressieve partijen nauwelijks van tel zijn.
20 jaar na zwarte zondag is de atoombom van Moureaux nog niet afgegaan maar hoort men ondertussen twee bommen tikken: die institutionele maar ook steeds meer een economische en dit tikken steeds meer samen.
In die 20 jaar is de consensus over wat 'België' moest worden steeds verder weg. In alle facetten. 20 jaar na de feiten is 24 november 1991 bijzonder actueel gebleven. De breuklijnen werden toen voor het eerst zwaar onder druk gezet. Vandaag liggen ze open en bloot.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten