maandag 14 september 2020

De beweging in de politiek…contradictio in terminis?

Na een deugddoend reisje naar een gebied waar cultuur en traditie extra in het zicht wordt gezet (Bretagne) is het minder aangenaam terugkeren naar politiek Vlaanderen. En laat het maar meteen duidelijk zijn: Open VLD verziekt de Vlaamse politiek.

Sinds de verwijdering van de toenmalige PVV uit de regering Martens zoveel (1985-1987) zit die partij op ramkoers met iedere partij die groter is dan zijzelf. Dat zijn er ondertussen nogal wat. Met het voorstel van Matthias De Clercq (le petit fils à papa) om Open VLD een andere naam te geven en naar een beweging te gaan zijn we aan een derde dergelijk verhaal bij de liberalen in de naoorlogse periode. Maar in wezen?

Stelde de partij zich in de jaren ’60 open voor de katholieke medemens, dan sloot die partij na Leuven ’66 de deur voor de Vlaamsgezinden met de tricolore baksteen. Verhofstadt was zo verbolgen over wat er na 1987 gebeurde – en die verbolgenheid was terecht – dat hij met de VLD – Partij van de Burger een centrumrechtse formatie wou beginnen waar zelfs gesolliciteerd werd naar Paul Beliën (echtgenoot van Alexandra Colen) en Gerolf Annemans via Lode Claes. Geen toeval natuurlijk want de link tussen Trends en Knack (waar Sus Verleyen de geestelijke vader was van de Burgermanifesten) is overduidelijk.

Maar toen de harde confrontatiestijl niet werkte werd ogenschijnlijk gekozen voor een andere stijl. Eén keer beet Verhofstadt nog eens vol: de dioxinecrisis. Achteraf gezien een scheet in een fles maar de natte droom van de liberalen om terug zonder CVP te kunnen besturen kwam uit. Toen Leterme evenwel met het kartel CD&V-N-VA dat brak na de turbulente tijd rond het vreemdelingenstemrecht werd snel met Leterme afgerekend. De mislukte redding van ACW speelt tot op vandaag nog verder door.

Maar die strijd gaf de N-VA vrij spel en Open VLD zag ineens kiezers en jong talent vertrekken. Er werd gepoogd om mee te gaan in het opbod van N-VA maar zonder echte kennis van zaken. Een poging om na mislukte onderhandelingen rond Brussel-Halle-Vilvoorde een Vlaamse borst op te zetten leverde niks op en bij een volgende verkiezing ging Gwendolyn Rutten in een interview voor Ketnet grandioos door het ijs toen ze het confederalisme moest uitleggen. Op vlak van staatshervorming is de positie van Open VLD eerder ingegeven door opportunisme dan wel door overtuiging. Die blijft vooral: minder staat.

De positie van Open VLD mag dan wel sterker zijn in de grote steden maar in Vlaanderen is die positie dat veel minder. Het gevolg is dat Open VLD afhankelijk is van andere partijen om te mogen besturen. En dan vooral N-VA.

Dat bepaalde liberalen niks moeten weten van nationalisme is geweten. De liberalen die de vermenging wel lusten zijn al lang vertrokken. Naar LDD bijvoorbeeld. Of zijn gewoon uit de politiek gestapt. Met figuren als Matthias De Clercq is er dan ook een klassieke liberaal aan het woord die qua referentiekader nog steeds in strijd is met het ‘katholieke’ Vlaanderen. En die vindt gemakkelijk een bondgenoot bij de socialisten en de groenen.

Er is dus een breuklijn in de politiek die steeds sterker wordt en de CD&V op dit moment in twee lijkt te gaan trekken. Niet toevallig ook in de grote steden waar die partij helemaal anders aan politiek doet dan in het platteland.

Maar soit, ‘bewegingen in de politiek’. Ik herinner me inderdaad Verhofstadt, ik herinner me Johan Van Hecke (die onder meer Paul Staes naar de CVP haalde), Bert Anciaux met ID, Steve Stevaert met Spirit en de pogingen naar Groen, ik herinner met het Vlaams Belang met de Welkomstgroep en dus nu Vooruit en het verhaal van De Clercq.

Heeft het één ding gemeen? Ruzie en miserie in de barak. Electorale meerwaarde? Hoogstens tijdelijk. Eigenlijk zijn die bewegingen vaak een vorm van kannibalisme. Politiek gezien dan toch.

En dan is het maar de vraag: waar gaan al die bewegingen de kiezers halen? Ter linkerzijde zit de PvdA te wachten op de fouten van zowel SP.a als Groen. Dat zal vooral in de steden (denk maar aan Gent) gevolgen hebben. De druk van ACW (of hoe dat nu ook noemt) op CD&V zal de partij nog meer naar centrum-links trekken.

De Vlaming is economisch inderdaad eerder centrum – en centrumlinks. De welvaartsstaat heeft een vorm van afhankelijkheid gecreëerd. Maar die welvaartsstaat staat meer onder druk, niet in het minst van de EU en de internationale handel. Er is dus onzekerheid. De vraag is alleen hoe terug zekerheid te geven. En zelfs te linkerzijde – Marc Elchardus- is de roep naar een sterkere rol voor de nationale staten duidelijk. En ja, het gebrek aan een Europees beleid in het grote migratiedossier versterkt die roep alleen maar.

Op rechts én in de Vlaamse regering zitten de twee V-partijen klaar om iedere tegenspraak grandioos in de verf te zetten. Die Vivaldi-meerderheid is er dan ook een met oerconservatieve partijen (de PS voorop) en partijen die de wereld willen veranderen (de groenen op kop). Wie zich de eerste regering met de groenen nog herinnert weet dat dit op een bloedbad uitdraaide aan Vlaamse kant. Al is Ecolo veel meer een bestuurspartij dan Groen.

Dit gezegd zijnde: bewegingen in de politiek leveren maar weinig op. Vooral omdat ze de neiging hebben inconsistent te zijn met de bestaande partij.

En wat Open VLD betreft? Er bij zijn is belangrijker dan het beleid zelf. Zoveel is wel duidelijk. En de haat die bij bepaalde doctrinaire liberalen leeft tegen het Vlaams-nationalisme maakt dat die partij zich automatisch ter linkerzijde plaatst. De verkiezingen in 2024 lijken daardoor nu al crucialer dan ooit te worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten