vrijdag 8 mei 2020

Karlsruhe versus Berlijn

Is de grondwet een vodje papier? Alvast niet in Duitsland

Het verdwijnt wat uit de populaire media die van het corona-verhaal een oeverloos uitgemolken verhaal heeft gemaakt en nu vooral de progressieve agenda terug op het voorplan brengt (minder plastic, derde wereld en uiteraard de immer weerkerende rellen in Brussel bij de ramadan en warm weer): het Duitse Grondwettelijk Hof legt grenzen aan de steun van Duitsland aan andere EU-landen.
Anders dan in andere landen – waar de grondwet dan wel een vodje papier blijkt – houden de Duitsers nogal vast aan die bepalingen. Dat is niet zo nieuw. Het gezegde ‘Il y a encore des juges à Berlin’ van de Pruisische koning Frederik II na een nederlaag tegen een gewone Duitser voor de rechtbank maakte duidelijk dat hij de rechtbank respecteerde.

Nu hebben de rechtbanken de voorbij decennia veel van het respect verloren. Ivoren toren-mentaliteit en gerechtelijk activisme die op onbegrip botsten binnen de samenleving bijvoorbeeld. Dat is niet alleen hier zo. Ook in de internationale rechtsorde loopt die discussie.
Maar dat is niet het punt hier. Wat dan wel? Karlsruhe zet perk en paal aan de evolutie naar een federaal Europa. Gelukkig maar. En het is een volgende stap in de sinds het begin van het millenium opgestarte debat over de Euro.

De ganse historiek van de Euro gaan we niet meer overdoen maar het feit is wel dat als de overheden van de burgers vragen dat hun richtlijnen gevolgd worden dan had men voor de opstart van de euro hetzelfde van die overheden kunnen vragen. In een tijd waar het economisch goed ging en er met geld kon gebrast worden door figuren genre Verhofstadt heeft men dat niet gedaan. Het gevolg? Toen de financiële crisis in volle kracht over de continenten joeg zakten enkele landen spontaan door de budgettaire knietjes: Spanje, Italië, Portugal, Ierland en Griekenland.

Met massale steun werd Griekenland boven water gehouden: het IMF en de ECB dekten in ruil voor een mensonterende besparingspolitiek de euro in Griekenland. Zonder de euro hadden de Grieken – die een traditie hebben van falende overheid – de drachme gedevalueerd. Dat kost dan enkel buitenlandse koopkracht.

Maar ook toen al trokken in Duitsland would-be politici naar Karlsruhe om de dekking met Duits geld aan de grondwet te laten toetsen. Ze vingen bot en het AFD werd opgericht.  En daarmee verloor Merkel ook de steun van een deel van de rechtse kiezers van het CDU.

Griekenland werd “gered” en de meeste andere landen raakten uit hun problemen. Maar bij de twee grootste landen was dat dus maar net. In Italië en Spanje is de politiek zeer onstabiel geworden. In Spanje is de positie van Catalonië de inzet van een strijd tussen de regionalisten en de Spaanse partijen en verre van beslecht.

In Italië ging het nog verder: nadat eerst Beppe Grillo in het verzet kwam tegen de besparingen wist de Lega – die alle regionalistische ambities vergeten lijkt te hebben – de leidende rol over te nemen tijdens de vluchtelingentoestroom naar Lampedusa. Samen met Hongarije en Oostenrijk leek Italië op weg om een dam te vormen.

Kon men nog leven met Orban – nog steeds lid van de Europese christendemocraten – dan was de rol van de Lega onverteerbaar voor Merkel en Macron. Het gerucht dat in ruil voor steun aan Italië de Lega aan de kant werd gezet en vervangen door een regering van de 5-sterren beweging en centrum-links zijn te hardnekkig om zomaar te negeren. Ondertussen wisten de Oostenrijkse christendemocraten met de hulp van een duidelijk opgezet filmpje ook de FPÖ uit het beleid te wippen. Gevolg? In geen enkel land bestuurt momenteel nog een partij die tot rechts-nationaal gerekend wordt. Linkse partijen zijn minder schadelijk voor het imago.

Maar dan kwam COVID 19. Daar is zeker het laatste niet over gezegd. Feit is wel dat opnieuw Italië en Spanje kreunen onder die zaak en opnieuw rekenen op ‘solidariteit’. Het verzet hiertegen kwam in eerste fase uit Nederland maar ook andere landen waar de financies wel op orde zijn hadden zoiets van “daar zijn ze weer”.

Vooral het idee om de staatsschuld van die landen te dekken door eurobons gaf verzet. Uiteindelijk is het ganse verhaal opnieuw hetzelfde: de ECB tovert geld uit drukpers en dekt dat met spaargelden uit de rijkere landen. Zoals de ECB al jaren doet door geld te drukken om de economie en de inflatie aan te zwengelen. De ECB ontwaardt met andere worden het spaargeld om dit te doen. Het lijkt bijna op bedrog om een illusie overeind te houden. Hoe dan ook: als de euro ooit valt zal blijken wat er nog overblijft van de reserves.

Met de beslissing in Duitsland komt ook een andere discussie op gang: is de EU nu federaal of niet? Het antwoord is eigenlijk nog steeds – en gelukkig – neen. De ECB gedraagt zich wel als zodanig. En het Europees Parlement denkt dat ook. Maar de lidstaten hebben nog steeds het laatste woord. Al gebruikte enkel het Verenigd Koninkrijk dat echt in de praktijk. De uitspraak in Duitsland heeft een belangrijk signaal gestuurd naar Merkel én de EU. Zorg eerst dat de boel op orde komt en gebruik wat er is. Hetzelfde signaal heeft de Vlaamse regering eigenlijk ook gestuurd.

Dus ‘Il y a encore des juges à Karlsruhe’ ? Dat is afwachten. Maar dat er nog een potje armworstelen zal komen tussen het Hof en Merkel valt te verwachten. Want haar afscheid als kanselier staat op het spel. Wou ze herinnerd worden als ‘Wir schaffen dass’ zou in dit geval het omgekeerde niet op het verlanglijstje staan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten