Een groep enthousiastelingen hadden het kasteel en een deel van het domein gekocht om het in stand te houden en op termijn overnachtingen mogelijk te maken. En je kon investeren. Klein bedragje. Maar ik wou het ook wel eens gaan zien.
En regen, en zon, en regen, en zon en regen….bijna 4 seasons in one day.
Het was dan even schrikken toen midden op een landweg ineens een obelisk stond. Bij mijn oude werk op een ondertussen verdwenen plaats stond (en staat) een fontein in het midden van de weg. Maar dan kan je – behalve in de spits – vlot passeren. Dat begint ook een uitzondering te worden in Gent. Het bleek achteraf een aanduiding voor de jacht van indertijd.
Maar soit, ‘Waze’ zei ineens dat ik er was. Euh.. ja? Velden en enkele gemeentewerkers die stonden te kijken wat iemand met een exotische nummerplaat hier had verloren. Draaien en ja hoor, bordje stond klaar.
De rondleiding werd gegeven door een jonge dame die perfect gekleed was voor haar laatste dag: nieuwe witte sneakers met roze kousen, ingeduffeld in een winterjas met daarover een blauw regenplastic die haar bij momenten op weg zette naar Mary Poppins. De wind hé. Het domein had dit seizoen 25000 bezoekers gehad en dat was al een hele stijging. Een aantal Loire-kastelen doen zoiets hoogstwaarschijnlijk op een dag.
Het is een domein waar eeuwenlang een kasteel stond. In verschillende vormen. Kennen we. Zo was er een familie waar grootvader, vader en zoon sneuvelden in de Kruistochten. En was er een voormalige hoge functionaris op het hof van Parijs die in ongenade was gevallen bij Lodewijk XIV en dan maar 12 jaar feesten was beginnen geven… tot zijn geld op was. Uiteraard volgde ook nog de Franse Revolutie waardoor het domein van 1200 hectare gereduceerd werd tot een schamele 400 ha. Wat moet een mens daarmee?
Enfin, eind van de 19e eeuw kocht een burgerfamilie het slot en liet vakmensen uit Parijs komen om het gebouw in een eclectische stijl (om niet te zeggen dat de dame des huizes eigenlijk haar zin deed) op de fundamenten van het oude kasteel te zetten. 14 jaar duurde het verhaal.
Maar het verval kwam. En in 1932 brandde het gebouw van binnenin uit. Het was hét nieuws. De oude generatie uit de streek schijnt er nog over te praten. Brandweerkorpsen van onder meer Angers kwamen hopeloos te laat. Enkel de orangerie bleef bewoonbaar. De kapel – die verder op het domein staat – bleef ook gespaard. Mais à part de ça, Madame La Marquise,…
Grappige anecdote is wel dat er in de jaren ‘60 ene De Meyer heeft gewoond. Bij ons zijn dat alle straffe mannen maar dat was een leraar wiskunde. Die had het niet begrepen op wat nu ‘Urbex’ wordt genoemd – het niet-toegelaten bezoeken van ruïnes – en het gebeurde in die tijd regelmatig dat bewoners van het dorp de fietsen terug vonden van die gasten of ze moesten opvangen met de schrik van hun leven. Want De Meyer ging die achterna met een geweer. De man zelf is plots verdwenen en op zijn tafel vond men de al dan niet verbeterde huistaken van zijn leerlingen… wiskundeleraars. Het is me wat.
Ondertussen regende het al wat minder en konden best leuke foto’s gemaakt worden van het kasteel, de vijver en wat er rond is.
En goh, iedereen weet nu dat ik er ben geweest en dus ook kasteelheer ben. Ik ben een mens en soms ook een beest, ik ben het….
Geen opmerkingen:
Een reactie posten