Met
het vertrek van Jean-Luc Dehaene aan de top van Dexia, waarmee hij
eigenlijk zoveel als zegt aan de situatie nog weinig te kunnen doen, is
een achilleshiel duidelijk geworden in het huidige systeem. De politieke
controle op heel wat belangrijke instellingen is enkel nog schijn.
Met
het nieuwe gemeentedecreet werd er een verplichting ingevoerd dat
minstens ééns per jaar de lokale vertegenwoordiger uitleg moest komen
geven over de gang van zaken bij de intercommunales. In welke mate dit
gebeurt hangt samen met de kwaliteit van de raden maar evenzeer met de
informatie die er doorstroomt naar die vertegenwoordigers. In heel wat
gevallen is dat een mooi verpakte doos waarvan de inhoud niet steeds
duidelijk is.
In het voorjaar van 2010 brak een rel
uit rond COMEET, de regionale subsidiemolen voor cultuur, toen bleek dat
de aanbestedingen niet volgens de kunst verliepen. Daarnaast kwam dan
de discussie rond de huisvuilzakken. En her en der is er discussie rond
de DEXIA-aandelen in de gemeenten via de Gemeentelijke Holding.
Die
discussie werd eigenlijk op gang getrokken toen Dexia bij de gemeenten
aanbelde om geld te krijgen en een mogelijke intrest beloofde van 13%.
In sommigen gemeenten werden daar vragen bij gesteld. Lovendegem stapte
bijvoorbeeld niet in. Zonder dat daar veel discussie werd over gevoerd
uiteindelijk. In Waarschoot stapte men wel in met de boodschap dat ‘wie
niet instapte niet wist waar het over ging’.
Die
Gemeentelijke Holding – zowat het oude Gemeentekrediet – was een
onderdeel geworden van een consortium met banken in Frankrijk, Italië,
Luxemburg en de Verenigde Staten. Waar de oude banken een eigen
identiteit hadden – het Gemeentekrediet als financier van de gemeenten
en BAC als bank van de christelijke arbeidersvleugel - gingen die voor
de bijl voor het flitsende Dexia.
Toen Lord Cockfield
in de jaren ’80 met zijn witboek de krijtlijnen uitschreef voor een
intra-Europese globalisering werd België heel snel het eerste
slachtoffer. De poging van De Benedetti om de Generale te kapen draaide
uit op een eerste greep van Franse bedrijven in ons economisch weefsel.
Vandaag is de Generale Maatschappij, ooit de trots van de francofone
Brusselse haute finance, een lemma geworden in een geschiedenisboek.
Met
de val van het communisme gingen de poorten helemaal open voor de
economische globalisering. Daarnaast werden alle beperkingen afgebouwd:
de Glass-Steagall wet werd in 1999 afgevoerd die speculatie moest
beletten en onderscheid maakte tussen de soorten van banken. Citigroep
was één van de banken die vol in dat gat doken en er serieus zijn
vingers aan verbrandde. De grens die er kwam na de crisis van de jaren
’30 – in dit geval ging het om een wet van 1933 – werden opgeheven.
De
gevolgen werden snel duidelijk: de onroerende goederenmarkt werd een
zeepbel die uitéén barstte. De regering Bush liet begaan. Want was de
rol van de staat niet uitgespeeld in de economie?
Een
bijkomend gevolg was dat de VS om de economie meer overheidsuitgaven
begon te doen. Een land dat sedert de jaren ’80 quasi altijd met
tekorten stond kon dat maar op 2 manieren: extra gaan lenen in het
buitenland en… extra dollars gaan drukken. En hopen dat de wereld zal
blijven geloven in de dollar. Alvast in China is men steeds minder
overtuigd van de waarde van de dollar.
In die context worden politici aangetrokken door bedrijven om als uithangbord te dienen.
Misschien
zijn er al veel mensen vergeten dat Lernout en Hauspie ook met Jean-Luc
Dehaene ging pronken. Dehaene ging ook aan de slag bij Interbrew, nu
Inbev. Eigenlijk gewoon een traditie waar oudere politici een postje
kregen als een soort uitbolbaan en anderzijds op die manier een netwerk
te krijgen binnen de politiek en administratie. Heel veel kritische zin
is er nooit geweest uit die hoek. Daarnaast werden die mandaten ook
verdeeld als compensaties voor gemiste politieke mandaten. Het is een
hele cultuur geworden. In kleinere gemeenten betekent dat allemaal zo
veel niet qua geld maar in grote steden is dat wel even iets anders.
Het
is vandaag toch de kwestie of in de globale economie van tegenwoordig
dit nog zin heeft. Men koopt de naam en faam van iemand om als een
piepschuim bordje te dienen om beslissingen te verkopen die al lang
elders genomen zijn. In het geval van Dexia ging het om de politiek van
de Amerikaanse dochter, die zwaar aan het speculeren ging. Van de oude
getrouwe financier van de gemeenten was Dexia een hedge fund geworden
waar risicovolle belegging volgde om een eerdere te dekken. In welke
mate kunnen bestuurders nog zicht hebben op de gang van zaken?
Het
antwoord werd deze week duidelijk. Door handige commerciële jongens
zijn de bestuurders van de Gemeentelijke Holding en Arco overbluft. En
ze lieten begaan. De gevolgen zijn er nu. Het gat dat geslagen is in de
Verenigde Staten en elders moet gedekt worden met lokaal belastinggeld.
De globale economie moet er voor zorgen dat beleggers van elders
beschermd worden door belastinggeld van hier. Dat is ook globale
economie. Maar wie zal de vruchten van deze inspanningen ooit plukken?
En hoe lang zal het duren eer opnieuw problemen ontstaan?
In
een globale economie zijn het globale spelers die de gang van zaken
bepalen. België is in dat verhaal geen speler van betekenis. Die rol is
overigens afgenomen door de ontmantelingen van Fortis en nu Dexia en de
inkrimping van KBC. In welke mate de lokaal verankerde banken als
Argenta en anderen zich kunnen ontrekken is niet altijd even duidelijk.
Het
mag dan ook wel gezegd worden dat heel wat politici zichzelf nu
ongeloofwaardig maken door bestuursmandaten op te nemen in dergelijke
instellingen. Het is een anachronisme geworden. Het is volstrekt
overbodig geworden want de beslissingen zijn al klaargemaakt nog voor er
gestemd is.
En wat nu met de gemeenten? Is het nieuwe
Dexia een potentiële doorstarter voor een nieuw Gemeentekrediet? Of
laten die besturen een decennia-oude zekerheid vallen? En in welke mate
zullen de gemeenten nog een rol spelen als het op controle aan komt?
Eén
ding mag toch duidelijk zijn: de economie is globaal geworden maar niet
iedereen kan globaal worden. En wie controle wil houden zal op grenzen
botsen. En wie weet gewoon wat tevreden moeten zijn met minder.
En
misschien moet ook maar eens gedacht worden om de hedge fondsen aan
banden te leggen. Een idee dat in 2006 al werd geopperd door Rabobank
toen bleek dat sommige van die fondsen gericht gingen samenspannen tegen
bedrijven. Iets waar de EU blijkbaar ook aan denkt. Want absolute
vrijheid op de markt is even onmogelijk als een volledig geglobaliseerde
markt.
Maar een ding is duidelijk: de illusie dat de
oude instellingen – als gemeentebesturen- nog iets te zeggen hebben over
de gang van zaken is weg. Die mochten jaren gelukkig zijn dat ze hun
dividenden konden incasseren maar aan de gang van zaken hadden ze nog
nauwelijks iets te zeggen. En dat, dat is misschien nog de grootste les
van de voorbije jaren: denken dat lokale en zelfs nationale politici nog
veel te vertellen hebben in globaal georganiseerde bedrijven is een
anachronisme.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten